Veelgestelde vragen

Worden de MedMij-standaarden automatisch bijgewerkt bij updates van zibs?

Nee, niet automatisch. De MedMij-standaarden zijn gebaseerd op een set zibs (zorginformatiebouwstenen), die elk een eigen beheercyclus hebben. Bij een nieuwe publicatie van een zib bekijken we in overleg met betrokken partijen of deze wijziging ook in de MedMij-standaarden wordt doorgevoerd.

Een update van een zib kan impact hebben op de informatiestandaarden én daarmee op de kwalificatie van deelnemers. Eventuele wijzigingen worden zorgvuldig afgewogen en tijdig gecommuniceerd.

Hoe wordt bepaald wanneer een nieuwe versie van een gegevensdienst landelijk ondersteund moet worden? En hoe worden (kandidaat-)deelnemers hierover geïnformeerd?

Gegevensdiensten zijn gekoppeld aan usecases binnen de architectuur van het MedMij Afsprakenstelsel. Zolang een nieuwe gegevensdienst past binnen een bestaande usecase, kan deze – los van een officiële release van het Afsprakenstelsel – worden toegevoegd aan de Gegevensdiensten Catalogus.

Is er voor een nieuwe gegevensdienst een aanvullende usecase nodig? Dan moet die eerst worden toegevoegd via het formele wijzigings- en releaseproces van het Afsprakenstelsel. Pas daarna kan de gegevensdienst worden opgenomen in de Catalogus.

Besluiten over het creëren, wijzigen of beëindigen van gegevensdiensten – en over opname in de catalogus – worden genomen door het bestuur van Stichting MedMij. (Kandidaat-)deelnemers worden hierover tijdig en duidelijk geïnformeerd via de reguliere communicatiekanalen van MedMij.

Is DigiD op dit moment het aangewezen identificatiemiddel voor de gezondheidszorg?

Ja. DigiD is momenteel het aangewezen identificatiemiddel voor veilige toegang tot persoonlijke gezondheidsgegevens in Nederland. Het voldoet aan het vereiste betrouwbaarheidsniveau (substantieel, volgens eIDAS) en is daarom de standaard voor authenticatie binnen het MedMij Afsprakenstelsel en het gebruik van PGO’s.

Om via MedMij gezondheidsgegevens uit te wisselen, moeten zorginstellingen beschikken over een DigiD-aansluiting. Zonder deze aansluiting is gegevensuitwisseling niet mogelijk.

MedMij adviseert zorgaanbieders om aan te sluiten op de Toegangsverleningservice (TVS). Meer informatie hierover is te vinden in de factsheet TVS en op de website van DICTU.

In sommige gevallen kan een bestaande DigiD-aansluiting worden hergebruikt. Zowel zorgaanbieders als leveranciers vinden daarover uitgebreide informatie via bovengenoemde bronnen.

Wat is het MedMij Afsprakenstelsel?

Het MedMij Afsprakenstelsel is een set afspraken waaraan organisaties moeten voldoen om MedMij-deelnemer te worden. Dit geldt voor ICT-leveranciers die persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) ontwikkelen én voor leveranciers van zorginformatiesystemen. Het stelsel omvat duidelijke afspraken over onder meer juridische, technische en informatiebeveiligingsaspecten. Organisaties die zich aansluiten, verbinden zich aan deze afspraken en ontvangen na toetsing het MedMij-label. Zo weten zorggebruikers en zorgverleners zeker dat gegevensuitwisseling veilig, betrouwbaar en volgens landelijke standaarden verloopt.  

Hier vind je het MedMij Afsprakenstelsel

Hoe werkt MedMij met informatiestandaarden en waarom is dat belangrijk?

MedMij gebruikt landelijke informatiestandaarden om gegevensuitwisseling tussen persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) en zorgaanbieders veilig, efficiënt en toekomstbestendig te maken. Dankzij deze standaarden hoeven organisaties geen aparte afspraken meer met elkaar te maken. Dat versnelt de uitwisseling, vermindert fouten en bespaart kosten. 

Samen met ICT-leveranciers van PGO’s en zorginformatiesystemen én met patiëntenvertegenwoordigers werden informatiestandaarden ontwikkeld die voldoen aan de MedMij-spelregels. Daarbij is zoveel mogelijk gebruikgemaakt van bestaande standaarden. Om uitwisseling met PGO’s mogelijk te maken, zijn aan deze standaarden MedMij-specificaties toegevoegd. Deze noemen we gegevensdiensten. Ze zijn gebaseerd op HL7 FHIR en vertaald naar FHIR-profielen: technische richtlijnen die ontwikkelaars van PGO’s, zorginformatiesystemen en apps kunnen gebruiken om hun systemen op elkaar aan te laten sluiten.