Feestelijk slot van VIPP GGZ
Tijdens de slotbijeenkomst van het VIPP GGZ-programma werd met ruim 140 aanwezigen teruggeblikt op één van de succesvolste subsidieregelingen in de zorg tot dusver. De resultaten uit de modules A (PGO), B (medicatie) en C (eHealth) werden nog eens voor het voetlicht gebracht. ‘Maar de medicatie-module was toch de meest succesvolle’, aldus Zweder Bergman, sectorlead GGZ bij VZVZ.
De eind-‘happening’ was al eens verschoven, maar donderdag 21 april kon het feestje toch nog plaatsvinden bij Flint Theater & Congressen in Amersfoort.
En een feestje was het. Terecht, want de aanwezigen waren het eens dat de met de subsidieregeling gemoeide 45 miljoen goed besteed was. Ruim 80 GGZ-instellingen hadden deelgenomen aan de regeling en belangrijke investeringen gedaan die ten goede komen aan de informatie-uitwisseling tussen behandelaar en patiënt.
Terugblikken op successen en ervaringen
Het programma was divers: uiteraard werd per module teruggeblikt op de successen, werden ervaringen gedeeld van individuele zorgaanbieders en was er een panel met bestuurders van een aantal GGZ-instellingen. Programmamanager Margon Tuinstra en strategisch beleidsadviseur Jaap Schrieke (de Nederlandse GGZ, foto) waren de afgelopen jaren de drijvende krachten achter het VIPP GGZ programma. Het was ook niet verwonderlijk dat zij gedurende het gehele evenement de verbinding vormden tussen de verschillende onderdelen.
Marc van Dijk (directeur MedMij) en Jeroen Huzen (manager gebruikersvereniging USER) blikten terug op de ontwikkelingen met Persoonlijke Gezondheidsomgevingen in het kader van MedMij. Rimmert Brandsma (MIND) toonde de door het programma gefinancierde ggz-appwijzer. Gertrude van Neerpelt deelde het succes van de Digitale Voordeur bij Arkin.
Groot succes uitwisseling medicatiegegevens
Zweder Bergman (sectorlead GGZ bij VZVZ) claimde dat VIPP GGZ module B (medicatie) toch wel de meest succesvolle was binnen de regeling. Aan de hand van cijfers liet hij zien dat het gebruik van zowel de vooraankondiging (dat is het digitale recept) en het medicatieoverzicht verveelvoudigd is in een jaar tijd. “Het is niet zozeer het succesverhaal van VZVZ, maar het is vooral jullie succes”, hield hij de zaal voor. “Alleen omdat ik over de cijfers beschik, kan ik jullie vertellen dat jullie het geweldig goed hebben gedaan”.
Rinske Holthuis vertelde hoe zij als projectleider bij GGZ De Hoop in een jaar tijd de uitwisseling van medicatiegegevens voor elkaar heeft gekregen. “We moesten in een korte tijd een nieuw EPD en een nieuw EVS implementeren en daarnaast nog eens de doelstellingen halen van het VIPP-programma. We hebben de behandelaren daar actief in meegenomen. En het werkte!” Daarbij ging Rinske in op de meerwaarde van de vereenvoudigde toepassing van UZI-middelen. “Een spannende keus destijds, maar het heeft ons gebracht waar we op hoopten. We hebben daardoor kunnen voldoen aan de resultaatverplichting bij module B”.
Zweder Bergman merkte overigens op dat een aantal instellingen ook heel succesvol is met het batchgewijs ophalen van gegevens. Hierbij worden de medicatiegegevens ’s nachts klaargezet van de cliënten die de volgende dag op consult komen. Arkin, één van de GGZ-instellingen, heeft op deze wijze de doelstelling van module B behaald.
Margon Tuinstra drukte haar gehoor nogmaals op het hart dat het VIPP-programma geen doel op zich is. “Het gaat om de resultaten: meer medicatieveiligheid voor de patiënt en minder administratieve last voor de behandelaar.”
Bron: VZVZ.nl